Studeren en fantaseren gaan bij mij vaak samen. Studeren als het gaat om mijn scriptie en fantaseren als het gaat om de toekomst. Om vervolgens te relativeren: back to reality. Vaak wisselen deze drie elkaar meerdere keren op een dag af. Mijn struggle als het gaat om fantaseren, studeren & weer relativeren.
Tijdens het schrijven aan mijn scriptie dwalen mijn gedachten af. Verschillende ideeën komen naar boven. Van uiteenlopende fantasieën tot realistische gedachten. Wat studeren heet, heeft opeens meer weg van dromen. Klinkt fijn, maar dat is het niet als de (studie)druk toeneemt, omdat het je productiviteit niet ten goede komt. Een scriptie schrijven heeft namelijk niets te maken met dromen heb ik wel ontdekt. Een scriptie is een wetenschappelijke onderzoek naar nieuwe kennis. Eigen dromen verwerken in je scriptie is not done. Dus: stop met dromen, start met schrijven.
Even gaat dat goed, maar na een tijdje dwalen mijn gedachten weer af. En niet altijd naar dingen die er niet toe doen. Nee, ook naar de zin van het studeren. "Wat is de reden dat ik studeer?" bijvoorbeeld. Goede vraag, al zeg ik het zelf. Want ik had er niet direct een kant en klaar antwoord op. Net zoals de vraag: "Heb ik deze studie perse nodig om te komen waar ik heen wil?". Om mezelf vervolgens de vraag te stellen: "Wat wil ik eigenlijk?"
Je kunt het onnozele vragen noemen die ik mezelf niet moet afvragen tijdens het studeren. Ze leiden me af, ze zetten me aan tot nadenken, tot fantaseren en ze laten me (weg)dromen. Onnozele vragen is misschien niet het goede woord. Laat ik onnodig zeggen. Maar "niet nodig" betekent niet direct dat het onzin is. Toch?
Dromen maakt dat je je ergens een voorstelling van maakt, dromen maakt dat je een doel voor ogen krijgt. De volgende stap is geloven in je dromen. Je dromen najagen. Je dromen concreter maken in een doel. En dan komt de rest vanzelf.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten